Regierol gemeenten inburgeringsproces
De nieuwe Wet inburgering treedt definitief per 1 januari 2022 in werking. Het doel van de nieuwe wet is dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk meedoen in de maatschappij, bij voorkeur via (betaald) werk.
Het beleidsplan ‘Inburgeren, integreren en participeren 2021-2025’ is ter vaststelling aan de raad aangeboden, hierin is ook een financiële paragraaf opgenomen. De middelen voor de financiering van de inburgeringsvoorzieningen worden verstrekt via een specifieke uitkering (SPUK). De middelen voor de financiering van de uitvoeringskosten worden verstrekt via het gemeentefonds. Het SPUK budget dient te worden aangewend voor de uitvoering van de wettelijke taken, zoals de inkoop van de drie leerroutes. Het streven is de uitvoering budget neutraal te realiseren. Vanwege het feit dat het hier om de uitvoering van een nieuwe wet gaat hebben wij geen (financiële) ervaringsgegevens.
Van november 2020 tot juli 2021 hebben wij een pilot gedraaid om de uitgangspunten van de nieuwe Wet inburgering in de praktijk te toetsen. Tevens is op deze praktische wijze de uitvoering geleidelijk aan meegenomen in de invoering en uitvoering van de nieuwe Wet inburgering. Conform de doelstelling van de nieuwe Wet inburgering is in de pilot aan 45 niet-westerse migranten (w.o. inburgeringsplichtigen) een gecombineerd traject aangeboden bestaande uit een werk- en het leer-deel. Naar aanleiding van de ervaringen uit de pilot zal er een herijking van taken plaatsvinden.
Toelichting
De gemeenten krijgen de regierol en worden verantwoordelijk voor het inburgeringsproces. In het huidige stelsel ligt de verantwoordelijkheid tot inburgering nog volledig bij de inburgeraar zelf. Gemeenten worden dus verantwoordelijk voor het organiseren van de inburgering en dat is een grote beleidsmatige verandering die vraagt om aanpassing en de vernieuwing van het beleid en de uitvoering bij gemeenten. Zo moeten gemeenten verschillende leerroutes op maat aanbieden. Daarbij wordt ook een hoger taalniveau vereist om beter te kunnen aansluiten bij de arbeidsmarkt. Toeleiding naar werk komt centraal te staan. Er zijn nog meer verantwoordelijkheden waar gemeenten zorg voor moeten dragen zoals een brede intake, persoonlijk plan inburgering en participatie, financieel ontzorgen, participatieverklaringstraject en maatschappelijke ondersteuning.
Voorsorteren op de nieuwe Wet inburgering € 148.000 en € 92.600
Per 1 januari 2022 treedt de nieuwe Wet inburgering in werking, dit maakt het nodig dat de invoering en uitvoering van deze wet op een adequate wijze wordt vormgegeven. Hierbij wordt extra ingezet op het inrichten van de bedrijfsvoering en uitvoering (nieuwe formats, werkprocessen, verordeningen, kennisoverdracht gidsen/re-integratie consulenten, etc.). Er is tijdelijk ingehuurd personeel bij beleid om alvast voor te sorteren op de nieuwe Wet inburgering. Tevens is er van november 2020 tot juli 2021 een pilot gedraaid om de uitgangspunten van de nieuwe Wet inburgering in de praktijk te toetsen.
Overschot re-integratiebudget 2020 € 105.000
In de raadvergadering van 25 maart is ingestemd met de overheveling van het overschot van het re-integratiebudget 2020 (€ 105.000).
Deze middelen worden ingezet om 2 consulenten gedurende 1 jaar aan te stellen om o.a. het volgende te bereiken:
a. Klanten, die tijdelijk niet bemiddelbaar zijn naar werk, worden op regelmatige basis uitgenodigd en gesproken. Hierbij wordt aandacht besteedt aan alle leefgebieden, de uitkeringssituatie en de regelingen waarop de inwoner recht heeft.
b. Inwoners met mogelijkheden tot activering worden doorgeleid naar de re-integratieconsulent.
c. Wijzigingen in de uitkering worden eerder opgemerkt. Voorkomen fraude –
onjuiste uitkeringsnorm, dus voorkomen schulden.
d. Problemen in de leefgebieden worden eerder gesignaleerd, de inwoners wordt dan doorgeleid naar de participatiegids.
e. Gidsen en consulenten worden ontlast in hun takenpakket/caseload en hebben
meer focus op de inwoners die dat nodig hebben.
Deze consulenten zijn per 1 mei van start gegaan. Dit betekent dat het contract doorloopt in 2022.
Onderwerpen met structurele effecten of incidenteel >= 50.000 | Effect op begrotingssaldo |
|---|---|
(in €) | 2021 |
Indexering loon- en prijsstijgingen 2021 * | -1.343 |
Meicirculaire 2021 * | 2.667 |
Totaal onderwerpen < 50.000 | 1.324 |
Totaal effect begrotingssaldo 2021 taakveld 6.5 | 1.324 |
* structurele effecten | |